De tongriem van Marle is geknipt toen Marle 6 dagen oud was (een frenulotomie). De verloskundige heeft haar tongriempje gekliefd. Het bovenste lipbandje was ook aan de korte kant, maar is niet behandeld. De borstvoeding is sindsdien goed op gang gekomen, maar Marle overstrekt zich en begint te huilen wanneer er een tweede toeschietreflex opgewekt moet worden. Wanneer moeder dan een tweede, derde of vierde borst aanbiedt, drinkt Marle voor korte tijd verder. Gelukkig heeft moeder een toeschietreflex die makkelijk opgang komt.
De moeder van Marle heeft een goede zwangerschap gehad en is thuis, half staand, bevallen onder de douche. Na de bevalling heeft moeder bijna 2 uur met Marle op de bank ‘het gouden uurtje’ doorgebracht. Het lukte Marle toen niet om aan te happen. Moeder had binnen 4 uur al 10cm ontsluiting en heeft 18 minuten geperst tot Marle ter wereld kwam. Er was tegen moeder gezegd dat Marle misschien nog misselijk was en daarom niet wilde aanhappen.
Na 6 dagen proberen, zwoegen en ploeteren en heel veel kolven, kwam de borstvoeding goed op gang. Marle hapte wel aan, maar dronk niet effectief. Moeder had een sterke en snelle toeschietreflex, die Marle dronk, maar moest daarna nog een flesje drinken met gekolfde melk.
Toen Marle 6 dagen oud was, is de verloskundige, die tevens lactatiekunde is, langsgekomen. Zij constateerde dat Marle een te korte tongriem had. Zij heeft deze meteen gekliefd. Sindsdien drinkt Marle effectiever, maar zodra er een tweede toeschietreflex opgewekt moet worden, begint Marle zich te overstrekken en te huilen. Ze wil graag aan de borst drinken, maar moeder geeft aan dat om één of andere reden het niet lukt.
Inmiddels is Marle 3 weken en blijft moeder wisselen van borst om Marle genoeg voeding aan de borst te laten binnenkrijgen. Soms geeft ze zelf 6 tot 8 borsten (dit betekend dat er steeds opnieuw gewisseld wordt tussen de linker en rechter borst). Op aanraden van de lactatiekundige kwam ze eens bij mij langs. Zij had gezien dat Marle veel spanning had in haar nek en kaakjes. Ik werk regelmatig samen met lactatiekundigen. Daardoor weten zij wat behandelindicaties zijn voor de osteopaat. Daarnaast stuur ik moeders regelmatig door naar de lactatiekundige voor advies omtrent borstvoeding, kolven en het geven van de fles.
Het onderzoek van een osteopaat bij een baby
Bij Marle is alles oké tot ik bij haar middenrif en borstbeen kom. Haar middenrif is strak gespannen en het borstbeen veert niet genoeg wanneer ik lichte druk uitoefen.
De lactatiekundige had inderdaad gelijk. De kaakjes zijn gespannen en het tongbeen (de adamsappel) kan niet goed op en neer bewegen.
Marle heeft moeite om haar nek te strekken met haar eerste nekwervels. Daarnaast is het weefsel rondom haar neus zeer gespannen.
Ik laat Marle even drinken aan de borst bij haar moeder, zodat ik kan zien welke bewegingen haar spieren, kaakjes en nekje maken tijdens het voeden. Moeder geeft aan dat ze haar meestal liggend voed. De Madonna en rugby houding vindt Marle verschrikkelijk.
Ik snap meteen waarom Marle niet in de bovenstaande houdingen gevoed wil worden. Bij het aanleggen in de Madonna houding, houdt moeder haar dochter hoog in de nek vast. Als je zelf pijn hebt in je nek, zou je het ook niet fijn vinden als iemand je vasthoudt op deze plaats.
Ik start bij Marle bij het behandelen van haar nek. De nek bezenuwt namelijk het middenrif en vanuit de hoge nek lopen er zenuwen naar het tongbeen.
Voornamelijk aan haar rechter kant voel ik gespannen spieren rond haar wervels. De eerste nekwervels willen niet goed naar voren schuiven, waardoor een strekking in dit gebied niet mogelijk is.
Ik zie vaak wanneer deze eerste wervels niet goed bewegen, baby’s vaak overstrekken. Dit komt doordat de hersenstam gelegen is in dit gebied. De hersenstam reguleert de primaire reflexen, bijvoorbeeld de strekreflex.
De behandeling van de osteopaat bij een baby na het klieven van een te korte tongriem
Ik maak de eerste, tweede en derde nekwervel op een zachte manier los. Ik kraak geen baby’s. De botten van baby’s bestaan voor het grootste deel uit kraakbenig weefsel, waardoor je prima met zachte technieken de nek kan losmaken. Ik vind de risico’s van kraken te groot, terwijl er ook zachte en langzame technieken zijn om hetzelfde effect te bewerkstelligen. Het behandelen van de nek vind Marle niet fijn en daarom laat ik moeder haar eerst troosten.
Wanneer Marle weer gerustgesteld is door haar moeder, behandel ik het tongbeen in combinatie met de mondbodem. Het tongbeen is sterk bezenuwt en hierlangs loopt de n. vagus (de tiende hersenzenuw). De tong is een grote spier die vastzit aan de mondbodem en aan het tongbeen. Ik zie regelmatig baby’s die nog niet effectief kunnen drinken na het klieven van de tongriem. Dit komt omdat de spieren van en achter de tong hun werk niet goed kunnen doen wanneer het tongbeen niet voldoende op en neer mee kan bewegen. Het komt dan ook vaak voor, dat baby’s naar mij worden doorverwezen door de Tongriem Kliniek in Groningen.
Na drie behandelingen drinkt Marle veel beter aan de borst. Moeder geeft aan dat de osteopathie behandeling een welkome aanvulling was op het klieven van de tongriem. De aanhap is groter geworden en ze drinkt veel effectiever. Het viel de moeder van Marle op dat zij nu ook met haar tongetje korte en heel snelle bewegingen doet om een tweede toeschietreflex op te wekken. Marle valt regelmatig verzadigt aan de borst in slaap. Ze kan haar dochtertje dan in haar wiegje leggen en Marle slaapt met een volle buik minimaal twee uur.
Marle heeft na de behandelingen ook geen voorkeurshouding meer. Ik verwacht dat de voorkeurshouding niet alleen met haar nekje te maken had, maar ook met de spanning in haar kaken en halsgebied. De spieren en fascia (bindweefsel) van de hals moeten ook mee rekken wanneer er gedraaid wordt met het hoofd. De oorzaak van een voorkeurshouding bij een baby zit dus niet altijd alleen in de nek.
Welke toegevoegde waarde heeft een osteopaat na het laseren of klieven van een tongriem en/of lipbandje?
Door de spieren te ontspannen rondom de kaakgewrichten, kan het mondje van de baby verder geopend worden. Dit vergroot de aanhap. Wanneer de aanhap te klein is, ontstaan er kloven of kan de baby niet effectief drinken aan de borst.
Het vrij beweeglijk maken van het tongbeen (hyoid) vergroot de beweeglijkheid van de tong. Wanneer er sprake is van een te korte tongriem, kan de baby de borst niet goed drinken.
De nek moet goed kunnen bewegen in alle richtingen: rotaties, zijwaarts buigen, buigen en strekken. De strekking is nodig voor het maken van een grote aanhap. Daarnaast kan een beperkte strekking van de nek zorgen voor een bewegingsbeperking van het tongbeen.
De osteopaat behandelt verschillende spierketen is het lichaam. Dit zorgt ervoor dat de baby met de rest van zijn lichaam ontspannen aan de borst kan liggen op de arm van de mama. Denk hierbij eens aan een voorkeurshouding.
Als laatste behandel ik vaak het verteringsstelsel van mond tot kont. Ik zie regelmatig baby’s die een transportprobleem hebben van voeding door spanning in het verteringssysteem. Je baby heeft dan klachten zoals (verborgen) reflux, darmkrampjes of obstipatie.
Voor het maken van een afspraak, klik hier om naar de online agenda te gaan.
Comments